Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zijn huisvrouw zag [48]om van [49]achter hem; en zij werd [50]een zoutpilaar. 48. Tegen het gebod, vs.17, in welke overtreding met ongeloof en ongehoorzaamheid vermengd geweest zijn gierigheid en ondankbaarheid. 49. Dat is, van achter Lot, die de Leidsman en voorganger was, zich haastende om te komen ter plaatse, waar hij mocht behouden worden. 50. Versta, haar lichaam, hetwelk veranderd is geworden in een zoutachtige materie zeer hard, om lang te duren en staande te blijven. Zie Luk.17:32. Josefus getuigt dat deze zoutpilaar nog tot zijn tijd gestaan heeft, lib.Ant. 1, c 12. Deze landstreek is naderhand genoemd de Zoutzee. Zie boven hfdst.14 vs.3.